Isaiah 36

De oneerlijkheid van bedriegers zal worden aangetoond, evenals de leugens die zij gebruiken om de arme in rechtszaken te benadelen als deze voor zijn recht opkomt. 1Maar edele mensen zullen edele daden willen doen en daarin volharden.

2Luister, vrouwen die lui rondhangen in zorgeloze rust, luister naar mij: 3binnenkort—over iets meer dan een jaar—zult u zich plotseling zorgen gaan maken. Want de wijnoogst en de fruitoogst zullen mislukken. 4Beef, vrouwen van het gemakkelijke leven, doe uw mooie kleren uit en trek een rouwgewaad aan. 5Sla uzelf op de borst en weeklaag om uw heerlijke akkers die spoedig vervallen zullen raken en om de kostelijke wijnen van vorige jaren. 6Uw land zal overwoekerd worden door dorens en distels. Uw mooie huizen en gelukkige steden zullen verdwijnen. 7Paleizen zullen leeg zijn, de drukke steden verlaten. Kudden wilde ezels en geiten zullen grazen op de berghellingen, waar nu nog de uitkijktorens staan, 8totdat ten slotte de Geest vanuit de hoge over ons wordt uitgegoten. Dan wordt de woestijn tot een boomgaard en die tot een ware lusthof. 9
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Es. 32:17.
10
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Es. 32:16-17.
In de woestijn zal het recht wonen en daardoor zal er vrede zijn. Rust en vertrouwen zullen dan voor eeuwig regeren.

11Mijn volk zal in veiligheid leven, ongestoord wonen. 12In het bos is het koel en uw stad ligt laag in de vlakte. 13U bent gelukkig en rijk gezegend als u zaait op de oevers en u uw vee in groene weiden laat grazen. 14

De Here als rechter, wetgever en koning

15Wee u, verrader. Alles om u heen hebt u verwoest, maar niet uzelf. U verwacht van anderen dat zij hun beloften aan u houden, terwijl u hen wel bedriegt! Maar nu zult ook u worden bedrogen en verwoest. 16Maar wilt U, Here, ons genadig zijn, want wij hebben onze hoop op U gevestigd. Wees elke dag onze sterkte en onze redding in moeilijke tijden. 17De vijand slaat op de vlucht als hij uw stem hoort. Als U opstaat, vluchten de volken. 18Zoals sprinkhanen de velden en wijngaarden afstropen, zo zal Jeruzalem het verslagen leger afstropen!

19De Here is zeer machtig en woont hoog in de hemel. Hij geeft Jeruzalem gerechtigheid, goedheid en rechtvaardigheid. 20Een overvloed van heil ligt in een veilige plaats voor Juda opgeslagen, samen met wijsheid, kennis en ontzag voor God. 21Uw gezanten huilen van bittere teleurstelling, want de vredesregeling is verworpen. 22Uw wegen zijn verlaten en er zijn geen reizigers meer. Het vredesverdrag is verbroken en zij bekommeren zich niet om de beloften die zij in het bijzijn van getuigen hebben gedaan, zij hebben voor niemand respect.
Copyright information for NldHTB